Rechters accepteren schrappen huishoudelijke hulp niet

Door de inwerkingtreding van de nieuwe WMO moeten gemeenten er voor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven. Een ander doel van de WMO is echter te bezuinigen op de kosten van de langdurige zorg.

Veel gemeenten bezuinigen op de kosten van huishoudelijke hulp en dat gaat niet altijd even zorgvuldig. Wat blijkt is dat diverse rechters het in concrete gevallen niet altijd tolereren dat de huishoudelijke hulp is geschrapt.

Door de rechtbank Zeeland-West-Brabant is op 19 januari 2015 in een zaak betreffend de gemeente Oosterhout beslist dat weer hulp in de huishouding moest worden toegekend.

De rechtbank Oost-Brabant schorste op 20 juli 2015 een besluit van de gemeente Veghel en droeg de gemeente op te zorgen dat weer huishoudelijke hulp werd verstrekt. Er was sprake van zeer ernstige medische beperkingen en geen mantelzorg. De rechter gaf nog een extra veeg uit de pan en oordeelde dat het ronduit schaamteloos was dat een uur dat was besteed aan het derde keukentafelgesprek in mindering werd gebracht op de voor huishoudelijke hulp beschikbare tijd.

De rechtbank Midden-Nederland besliste op 5 februari 2015 in een voorlopig oordeel dat de gemeente Huizen onvoldoende rekening had gehouden met de fysieke beperkingen van betrokkene zodat het besluit om voor huishoudelijke hulp minder uren PGB toe te kennen werd geschorst.

Op 8 april 2015 besliste de rechtbank Gelderland betreffend de gemeente Lochem dat de huishoudelijke hulp was beëindigd zonder voorafgaand onderzoek en werd het besluit geschorst.

Het loont als u hiermee te maken hebt dus de moeite om kritisch te kijken naar het besluit van de gemeente. Als er bijvoorbeeld onzorgvuldig onderzoek is geweest, de oplossing die de gemeente aandraagt niet passend is of als u in grote problemen komt met uw zelfredzaamheid dan kan het zinvol zijn om bezwaar te maken.